— Hier mag ik wel dubbel op jullie letten, mopperde Manus. Als die lui zoo slim zijn, zullen ze wel probeeren jullie er tusschen te nemen.
— Stil toch, opschepper! gebood Don.
Plotseling zakten wagen en leerlingen in den rots weg. Achter de poort stroomden kinderen tezamen, die met handwuiven onze reizigers uitnoodigden tot hen te komen.
De vier kinderen en Manus voldeden daaraan. Ze liepen door de poort en naderden de kinderen. Nu stonden ze op een groot plein van wit marmer, in de verte omgeven door hooge zuilen, monumenten en gebouwen.
Toen ze over den marmeren vloer liepen, schoten er bloemen uit op. Ofschoon het midden dag was, dauwde het en de druppels verdampten in de lucht tot heerlijke geur.
De kinderen uit de Stad der Wijsheid lachten om de verbazing hunner gasten. En om hen op hun gemak te zetten, tooverden ze vier hangmatten in de lucht. Nu konden ze al schommelend hun verbazing meester worden. En intusschen noemden al die kinderen in snel tempo hun namen, om zich aan hun gasten voor te stellen.
— Zouden ze hier niets hoeven te doen dan te spelen ? fluisterde Oerda tegen San.
Het bleek echter dat zelfs de zachtste fluisterstem overal gehoord kon worden.
Want, nadat een aantal kinderen heftig „nee” had geschud, trilde er plotseling een stem door de lucht, die riep:
— Opgepast! Aardrijkskunde!
— Mijn moeilijkste vak, fluisterde Elly.
De kinderen der stad schenen er echter niet in het minst tegen op te zien. Ze tooverden zich hangmatten en schommelstoelen en keken oplettend voor zich uit.
In de lucht begon er iets heen en weer te schieten en te kronkelen. Er vormden zich bosschen, water, bergen en dalen, als een film van kleurige lijnen.
— Dat is Zuidoost-Rapidolië, fluisterde Don. Maar hoe kan die kaart zoo maar in de lucht hangen?
— Achter ons gonst iets, merkte Gerda op. Allen keken.
En ja, achter de hangmatten draaide een klein rad, dat vonken afschoot; die vonken vormden stralen en die vormden zich weer tot een landkaart, in de lucht. Een landkaart dus die alleen bestond uit lichtlijnen en figuren.
San volgde de kaartvorming met aandacht.
— De kust, Boomenland! riep hij geestdriftig. De Roode Grasvlakte, Zilver-meer, het land der Groene Kubussen. Wat is dat voor een komisch rad, dat een kaart teekent zonder krijt of bord ?
De Rapidograaf.— Dat is de Rapidograaf, zei een heldere stem. Er naderde een groote, slanke vrouw uit de richting der stad, maar haar stem klonk alsof ze vlak voor hen stond. Een ondeelbaar oogenblik later stond ze reeds te midden der kinderen en lachte hun vriendelijk toe.
— Hier leeren onze kinderen zonder school of onderwijzers, zei ze. Let maar op.
De reizigertjes zagen tot hun groote verwondering dat er uit de lucht-
123