Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Titel
Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Jaar
1927

Pagina's
134



geweld naar boven. Er suisde iets snel voorbij hun oogen; ze sloten ze een oogenblik.

—    We stijgen werkelijk! riep Elly ongerust.

—    Laat je niets wijs maken, zei Don dapper. Doe je oogen maar eens open.

Nu deed hij ze zelf open en bemerkte

met schrik dat de boomen onder hen wegschoten. In de diepte liepen zijn vriendjes angstig weg.

—    Het is goed, mijnheer, ik geloof u. Laten we nu maar weer dalen! riep San.

Niemand antwoordde. Verbaasd keken de kinderen elkaar aan. Zij vieren en en de hond waren de eenigen in het schip. De Toovenaar met de cigaret was verdwenen. Ook de jongens, die ze straks om het luchtschip hadden zien staan, waren er niet meer.

—    Misschien is het toch verbeelding, mompelde Oerda. Misschien slapen we wel.

—    Noem het maar verbeelding, zei San en wees naar een toren. Kijk eens, daar is Laren.

De meisjes zetten zich bedrukt op den bodem der mand neer en zochten hun zakdoekjes.

—    Is dat Laren! riep Don nu luid en dapper. Dan maar Laren. Dan maken we een vacantietochtje per luchtmand. Dat is immers niet om te huilen.

—    Moeder weet niet waar ik ben, antwoordde Elly, haar oogen afvegend.

De jongens stootten elkaar in de zijde, grepen schertsend de meisjes bij de

handen en trokken haar overeind.

—    Anders niet! riep San. Nu, als die vriend met zijn cigaret een echte Toovenaar is, dan kan hij ook wel onze ouders doen weten waar we zijn. Wat zeg jij ervan, Manus ?

Manus lachte en de kinderen schaterden nu mee. Toen klonk plotseling, uit het midden der mand, de stem van den Toovenaar.

—    Natuurlijk zal ik jullie ouders bericht zenden. Maar ik heb anders nog nooit gehoord dat Hollandsche jongens en meisjes huilen op een pleizierreisje. De kinderen keken verrast op, maar buiten hen en den hond was er niemand in de mand. Toen riep Don:

—    Maar we huilen ook niet, we zingen.

En meteen ving hij het mooie lied aan:

„Makkers komt, makkers komt, het speeluur slaat"”.

Allen zongen luidkeels mee en Manus blafte de contra-bas, zoodat het klonk alsof een heele klas over het bosch zweefde.

Zij voeren nu tusschen Laren en Bussum en tallooze fietsers, die in het gras lagen en bewoners van villa’s keken verbaasd het zingend schip na. San bond zijn zakdoek aan den staart van Manus en die liet haar over den rand van de mand wapperen als een heusche vlag. De menschen beneden dachten, dat

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.