voorspelde hem, dat die vrij wat belangwekkender zou zijn dan de proef van Olifant in Vrede-Rijk.
De kinderen werden ook uitgenoodigd en waren niet weinig nieuwsgierig. Want, daar zij den vrees der grooten voor de kleinen kenden, scheen hun de proef bijna onmogelijk toe. En inderdaad, toen Eenoog zijn volk tezamen balkte, durfden de verschillende dieren bijna niet bij elkaar komen.
Naast een vetten worm plaatste Eenoog een groot kuiken, maar dat stak van vrees zijn snavel tusschen de pooten, telkens als de worm naar zijn kant kronkelde. Maar de poes, die een plaats naast het kuiken kreeg, zag die snavelbeweging weer voor een krijgslist aan en bibberde haar haren overeind.
Naast de kat stelde Eenoog een jongen jaguar en die kreeg een volwassen leeuw tot buur. Ook in Ezelsrijk woonde een kolossale boa constrictor en hiér opdracht was, den leeuw te verzwelgen. Eindelijk stelde Eenoog zich naast de boa, maar dat zag er allerbespottelijkst uit.
Don had zijn stokje achter zich neergelegd en staarde, met beide handen in de broekzakken, den Ezel aandachtig aan. Hij vond, dat, als het hem gelukken zou de boa met al die andere dieren in zijn maag te bergen, zijn proef inderdaad veel grooter zou zijn dan die van Vrede-Rijk.
De Ezel balkte en klopte zich trotsch op de borst. Opeens zwol die zoo hevig op van verwaandheid, dat hij minstens zoo groot leek als Olifant.
De kinderen keken zich de oogen uit en dat oogenblik gebruikte Manus, om Don’s stokje te grijpen.
— Opgepast, het begint! balkte Eenoog. Kom, kuiken!
Manus zwaaide onmerkbaar met het stokje I
— Andersom! zei hij zacht, maar met nadruk. Boa begin.
En toen vond het wonderbaarlijkste plaats van wat de kinderen tot nu toe in Rapidolië hadden meegemaakt.
De mislukte Proef van Ezelsrtfk.De boa besprong Eenoog en verslond hem haastig, zonder zich eerst de moeite te geven hem te belikken. Nauwelijks was hij verdwenen of de leeuw opende zijn kaken en slokte de boa met drie happen naar binnen. En daarna sprong de jonge jaguar boven op den leeuw, begon aan den kop en vrat hem met manen en pooten op.
De groote roofdieren onder de toeschouwers werden onrustig en sidderden. Nu bleek het inderdaad, dat de kleinen den grooten konden verslinden. En voor hun oogen sloop de kat op den jaguar toe en werkte dat dier, twee maal zoo groot als zijzelve, zonder aarzeling naar binnen. Doch haar vreugde was maar
99