Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Titel
Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Jaar
1927

Pagina's
134



Nu wandelden ze voort, door een kamp van dierenwoningen, nog smeriger en onaanzienlijker dan Eenoog’s paleis. En telkens als ze eenige dieren tezamen zagen, viel het hun op, dat het sterkere angst had voor het zwakkere.

Een schaap stond een leeuw geweldig aan te blaten. Manus, die dat taaltje nu vrij goed verstond, zei, dat als één dier woorden op hém was gemunt geweest, hij het schaap beslist een pootje zou hebben gelicht. Maar de leeuw stond er met hangende ooren bij en liep ten laatste beschaamd weg.

Hij liep van verbouwereerdheid tegen een kip op en die pikte hem brutaalweg in zijn poot. Toen scheen het Gerda, dat den leeuw de tranen in de oogen sprongen.

—    Hier staan de dingen op hun kop, zei ze verbaasd. Eenoog moet het maar eens uitleggen, want toeval kan het niet zijn.

Dat waren de anderen met haar eens. Ze zochten den koning en vonden hem voor zijn paleis op zijn rug in een plas slijk liggen. Zijn pooten staken rechtstandig omhoog en in die houding oefende hij zich in zing-balken.

—    Waarom zijn hier de sterken bang voor de zwakken? vroeg Don, door zijn stokje.

Die vraag verbaasde Langoor zoozeer, dat hij omver tuimelde.

—    Dat kan immers niet anders, balkte hij.

—    Waarom niet? vroeg San, lachend.

—    Wel, als de grooten niet bang zijn voor de kleinen, eten ze hen immers op. De kleinen mogen best brutaal doen, ze kunnen de grooten toch niet verslinden. Dat is zoo de wet van het Ezelsrijk.

—    In Vrede-Rijk is niemand bang voor een ander, zei Oerda. En toch wordt er nooit een dier vermoord en leven ze tezamen gelukkig.

—    Daarvoor is het Vrede-Rijk. AI mijn onderdanen zijn er vroeger geweest, maar konden zich niet in die eeuwige rust schikken. Toen heeft Rapido mij de macht gegeven, hun wijs te maken dat de zwakkere sterker is dan de sterkere.

Nu wonen ze hier en hebben hun zin. Er is géén dag rust of vrede, maar er wordt nooit een vermoord of opgegeten. En wel, omdat de leeuw denkt, dat het schaap hem baas kan, enzoovoort.

De bedroefde Leeuw en de angstige Jaguar.

De kinderen konden hun ooren niet gelooven.

—    Maar dat moeten de sterke dieren toch beter weten, zei Elly verwonderd.

—    Wel, ze weten niéts, daarom wonen ze in het Ezelsrijk, antwoordde Eenoog,, met aartsdom gezicht. Als de leeuw bijvoorbeeld wist, dat het maar een praatje was, zou hij mij het allereerst verscheuren, om in mijn plaats koning te worden. Daarom vertel ik eiken ochtend opnieuw, dat mijn vleesch en bloed vergiftigd zijn en dat hij, die er van eet, er aan sterft.

—    Zie zoo, vriend, nu heb ik je, mompelde Manus en holde weg. Het eerst spoedde hij zich naar een prachtigen leeuw, die in zijn eentje lag te pruilen. Toen hij Manus zag aankomen, stond hij bevend op en wou zich uit de voeten maken.

Loop maar niet weg, leeuwerik, zei Manus hartelijk, ik doe je heusch niets.

96

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.