tuimelden. Toen Don en San eindelijk kwamen aangereden, stond de hond boven op een zijner overwonnenen en keek hij zijn baas buitengewoon verwaand aan.
Allen zetten zich in een kringetje om Marietje heen, maar ze liet zich niet troosten. En Truusje zei, dat ze ook nooit weer „edelvrouw” wou spelen.
Die twee liepen weg, het hoofd trotsch in den nek.
Daar klonk plots een vreemd ge-druisch, als van een zwaar voorwerp, dat op den grond neerkwam. Heftig blaffend sprong Manus weg, maar kwam direct terug. Hij lachte niet, deed erg bedaard en keek peinzend voor zich uit, alsof iets hem te geleerd was. Achter hem liep een heer in sportpak en met een cigaret in den mond.
Dat was Rapido, zooals jullie natuurlijk al raadt. Hij deed echter, alsof hij de kinderen, die luid praatten, niet bemerkte.
— Ik heb duidelijk geraas gehoord, beweerde San, die nog voortdurend om zich heen keek. Manus, heb je niets gezien?
De hond keek hem flauw glimlachend aan en schudde dan den kop.
— Je hond is betooverd, zei de jongen, die voor vóórpaard had gespeeld. Hij doet, of-ie niet meer weet, dat-ie leeft.
— Betooverd, zei Don minachtend. Spreek van iets verstandigs. Wie gelooft nu aan tooveren ?
— Tooverij is inbeelding van kleine kinderen, zei Gerda eigenwijs. Zij was de grootste der drie meisjes.
Iedereen zei iets. Zelfs Manus scheen zijn verwondering te boven te komen en blafte luid, als lachte hij smakelijk om zulken onzin als tooverij.
Nu kwam Rapido naderbij.
— Dag kinderen, ik hoor dat jullie je vroolijk maakt over tooverij. Zeker nog nooit een toovenaar gezien ?
— Nee, mijnheer en een echte St.
Nicolaas óók niet, antwoordde Don.
— Nu, let dan eens op.
Rapido nam een hol stokje uit zijn
zak en blies er door. Opeens waren alle boomen verdwenen en was rondom niets dan weiland. In de verte graasden koeien. Nog vóór de kinderen iets konden zeggen, blies hij door het andere eind ; het eiland verdween en er was weer bosch, waarheen men ook keek. Een paar jongens sprongen op, keken verbaasd om zich heen. Don trok spotachtig de schouders op.
— Nu Don, als dit geen tooverij is, hoe noem je het dan ? vroeg Rapido.
9