Casa Bianca

Titel
Casa Bianca

Jaar
1921

Druk
1921

Overig
1ed 1921

Pagina's
240



„Ik zal wel naar Dien toegaan,” zei hij goedmoedig. „Ik wist niet, dat je iets voor moeder moest doen.”

Moeder streek hem eens even over zijn borstelige haardos en toen ging hij tevreden op stap.

Dien avond, klokslag zeven uur, waren de twee Indianen-bondgenooten present.

„Hallo kerels,” begroette oom Wim ze. „Laat je eens bekijken. ,,WTel Dien, wat ben jij een gezellig dik rolmopsje geworden, een heel verschil met je asperge-achtige vriendin. En Loe, jij! Flink uit de kluiten gewassen! jong. Ik verheug me op een bokspartijtje met je.”

„Oom, gaan we nu,” vroeg Rob, die vond, dat de begroeting nu lang genoeg geduurd had.

„Ja baas, we zullen het terrein es gaan verkennen. Allo blagen, in marschtempo naar den tuin,” en oom Wim liep vooruit, en hief met vervaarlijk stemgeluid het schoone lied aan:

En we gaan naar het kamp van Zeist, faldera! hetgeen door de kinderen direct meegezongen werd en lustig marcheerde het vijftal tuin-waarts.

Ant, die juist „na d’r vatenboel aan ’t uitblazen was” in den tuin, keek spinnig toen het troepje daar zoo luidruchtig aan kwam zetten. Ze hield haar handen voor de ooren en zei: „Hooren en zien f’rgaat je! Kanne jullie nog harder!” „Teerbeminde Ant, vergeef ’t ons maar,” zei oom Wim. „Jeugd kent geen deugd.”


36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.