OOM WIM KOMT
Een week later wras de tuin geheel in orde en ’t dient gezegd, het was een lust om te zien. De konijnenhokken stonden netjes op paaltjes tegen de schutting. En er waren keurige perkjes aangelegd, omrand met graszoden. Hierin hadden ze gezaaid en ’t beloofde een fleurig gezicht te worden als alle zaadjes opkwamen.
Aan het einde van den tuin hadden ze een plek opengehouden om spelletjes te doen, of, zooals Rob het uitdrukte „keet te schoppen”.
Jo en Dien wilden er een kamertje maken om er met hun handwerken of boeken te gaan zitten? maar Rob en Loe dreigden ,,de flauwe rommel” in brand te steken. Die hadden andere plannen met het stukje grond, doch ze wilden wachten tot oom Wim er was, daar die ze zeker met raad en daad zou bijstaan.
En hoe de meisjes ook zeurden om achter hun geheime plannen te komen, de bengels lieten
28