„Er kwam een dame in een rijtuig en die stapte het huis in.”
„St! de tuindeuren hiernaast gaan open,” fluisterde Rob. „Ga mee door ’t kiertje van de schutting kijken.”
Ze zagen de dame door den tuin loopen, gevolgd door een heer, dien ze herkenden als „den aannemer Witte.”
Daar de schutting uit dunne houten planken bestond, konden ze duidelijk hooren, wat er in den tuin daar naast gesproken werd.
De mevrouw inspecteerde nauwkeurig den tuin.
„Dat ziet er nogal verwilderd uit,” vond ze. „Daar moeten we den tuinman maar eens goed aan ’t werk zetten. Ik wilde het voorste gedeelte netjes laten aanleggen, met bloemen en heesters en dan de ruimte achteraan als speelplaats voor de meisjes houden.”
Jo gaf* een zacht gilletje en een stomp in Rob’s rug.
„Bah! meisjes! fluisterde Rob.
„Misschien is er toch nog een jongen,” troos-te Jo op zachten toon.
„De tuin is flink genoeg om er een flink prieël te laten zetten,” vervolgde mevrouw en ze ging voort den aannemer aanwijzingen te geven.
,,En dan wenscht IJ links den rekstok en de ringen?” vroeg de aannemer.
O O
„Hoor je ’t!” fluisterde aan den anderen kant
15