JO ZIET „DE NIEUWE MEVROUW"
Het huis naast de Tervaart’s bleef ruim een maand onbewoond.
Jo en Rob vonden ’t soms griezelig stil, na al het geschreeuw en gejank der lastige steenpuist-kinderen.
Jo vond, dat er nu maar een lieve, oude dame in moest komen, die heelemaal geen nichtjes had en waarvan zij dan het steeds welkome buurmeisje zou zijn.
,, Je krijgt vast een fiets van haar”, spotte Rob die met Jo in den tuin aan ’t ravotten was.
„Och jongen, daar is ’t me heelemaal niet om te doen”, zei Jo zóó ernstig, alsof ,,de lieve, oude dame” werkelijk bestond.
„Ik wou, dat er een familie met een bende gezellige knullen in kwam wonen,” wenschte Rob.
„Allemaal jongens?” zei Jo bedenkelijk.
10