83
in! Omdat je nou altijd goeie cijfers voor opstellen had? de meeste groote schrijvers hebben in hun jeugd lorren van opstellen gemaakt.”
’t Lag Pim op het puntje van haar tong te vertellen van de verschillende schetsen, die ze had geschreven, maar ze zweeg er wijselijk over. In haar brein rijpte echter een plannetje, dat in haar fantasie al dadelijk tot een groot gebeuren werd, waarbij ze zich zoo behagelijk voelde, dat haar stemming bij tien graden tegelijk de hoogte invloog.
„Nou, we zullen wel zien,” zei ze hoopvol. „Er zal voor mij heusch wel iets te vinden zijn.”
Dien nacht lag ze een tijdje wakker en ze overwoog wat haar te doen stond om binnen te dringen bij den Hoofd-Redacteur van één der groote Dagbladen.
„Ik ben er!” dacht ze blij. „’t Is een kennis van de van Haren’s. Als ik hun een introductie voor hem vraag, dan maak ik een goede kans,” en in dit prettig vooruitzicht sliep Pim in als een onbezorgde baby. Maar Pol lag langer wakker.
„’t Lijkt allemaal zoo gemakkelijk,” dacht ze en ze gooide zich heen en weer in haar bed. „’t Is een reuze strop! Moeder en ik zullen ’t heusch prettig met mekaar hebben, maar ’t is toch niet wat ik me gedacht heb.”
En Pol dacht terug aan haar lievelingsplan, waar ze bij hun terugkomst met vader over had willen spreken: n.1. nog een paar jaar de school van Maatschappelijken Arbeid te door-loopen en dan . . . bij de Kinderpolitie.
„Ik kan het gemakkelijk tegen Pim zeggen: denk aan anderen, die er veel erger aan toe zijn, maar tenslotte denkt ieder toch eigenlijk alleen maar aan z’n eigen tegenslagen. Ik zal er heusch wel het beste van zien te maken als ik er voor sta, maar het lijkt me nu nog een hooge berg waar ik tegen op moet klauteren.”
Eenige dagen later — Pim had de introductie door bemiddeling van moeder’s vriendin weten te krijgen — maakte