65
gelukkig zijn niet al je gedachten vervuld van je corpus en je toilet.”
Er ging een snelle blik van Pol naar Stefan en Pim.
Wat hadden die twee voor een vertrouwelijk gesprek met elkaar gevoerd, dat die Stefan zoo plotseling wist, dat Pim nog andere gedachten had, dan alleen aan het behoud van haar schoonheid.
Er kwam even een wrevel in Pol op.
Zou Pim voor de zooveelste maal haar coquet spelletje spelen? Stefan had al genoeg narigheid in zijn jonge leven, moest er dat nu nog bijkomen. Want, dat Pim net zoo weinig voor hem voelde, als voor al die joggen waar ze mee omging, daar was zij, Pol, zeker van! En was het haar vanmorgen niet al opgevallen, hoe bleek Stefan zag, toen hij Pim verbond, met welk een teederen blik hij naar haar keek?
Jakkes, ze hoopte van harte, dat Pim geen flirt met hem op touw zou zetten; voor haar een genoegelijk spelletje, voor hem misschien iets van diepe beteekenis.
Ze was al zoo blij geweest, dat dezen keer, Pim geheel onbevangen en prettig met een zoo knappen jongen als Stefan was omgegaan en nu zouden die laatste dagen den boel misschien weer bederven.
„Pol zit te rekenen of ze er toch nog komt met de contanten,” lachte Ruth, die haar gade had geslagen.
„O hemel! de Kandoo’s!” riep Pim. „Pol, je trekt er nog maar op uit om gedenckenissen uit Vlaanderen op te diepen. Zal je Chita hooren, als we zonder een souvenir thuis komen,” en een wat hooge stem imiteerend: „Die kinderen denken nu gewoon nergens aan!” — let op de strepen, Pol! — „dan alleen aan hun eigen pleziertjes!”
Pol schaterde.
„Zoo is Chita’s stem heelemaal niet, maar ik geef toe, dat ze het, driedubbel onderstreept, zou zeggen.”
„Zoo is haar stem wèl,” hield Pim vol. „Meestal in één
Wisselend Getij
5