31
heeft gemaakt. We zijn de kinderen van Professor Mendel, nog geen half jaar geleden een van de meest bekende chirurgen van Berlijn.”
Er was trots in Ruth’s klare stem, trots op dien knappen vader, wiens vaste hand zoovelen genezing had gebracht.
„Moeder is een Oostenrijksche en ze was vroeger concertzangeres. Moeders stem is heel mooi gebleven en iederen winter zingt ze nog op weldadigheidsconcerten.”
Ruth wachtte weer even en haar gedachten gingen terug naar de volle concertzalen, naar de slanke gestalte op het podium, met het mat-bruine gelaat, naar het haar enthousiast toejuichende publiek.
En ze zag vader’s melancholieke oogen — net Stefan’s oogen — vol liefde en trots opgeheven naar zijn zingende
vrouw. Ach____
„Stefan studeerde voor dokter,” vertelde ze dan verder. „Kunt u voelen, wat het voor hem is de studie, die hij zoo liefheeft, plotseling te moeten opgeven? Zijn toekomst, die met zijn helder verstand en liefde voor zijn vak, zoo klaar voor hem lag, geheel vernietigd te zien?”
Pol, practische Pol, die zoo met beide voeten op de aarde stond, voelde plotseling een prop in haar keel schieten, nu Ruth vertelde van het groote leed, dat over hen gekomen was.
„We kunnen het nog steeds niet begrijpen, dat Berlijn, waar alle goede vrienden wonen, waar vader en moeder twee bekende en geliefde figuren waren, voor ons gesloten is. Het kan ook niet zoo blijven. Eenmaal komt de dag, dat deze groote dwaling ingezien wordt. Ze zullen het weer moeten leeren, dat de eene mensch gelijk is aan de ander, als hij maar werkelijk een mensch is, een, die eerlijk en rechtschapen door het leven gaat en voor zijn medemenschen wat over heeft. O, ik twijfel er niet aan, die dag zal komen, maar het zal niet gauw zijn.”
In Ruth’s donkere oogen was een gloed, die maakte, dat