67
thans wat Bea betreft. Als mevrouw Doorbeek ziet ie een lichtend verschiet voor haar. Stel je er maar niks van voor, vader! Bé denkt er niet aan.”
Hier werd ze in haar gedachtegang gestoord door Peter, die op de electrische gramofoon een dansplaat had gezet en haar nu om een dans kwam verzoeken.
Els gnoof! en triomfantelijk keek ze rond. Het verwende jog, dat Mar het eerst om een dans vroeg. Vóór Bé! ’t Was haast niet te geloven!
„Of ze op vleugels wiekte,” dacht ze onder het weg dansen. „Zoals dat jong ook danste! Geen wonder, dat ie danseur wou worden! had ie ook alle aanleg voor. Kijk die Bé nou mal doen! stak een waarschuwende vinger naar haar uit! dat beschermende air van Bé kon ze soms niet zetten. Of ze een baby voor had! Kijk mevrouw Maatje eens spinnig kijken! die had zeker liever zelf met zeunlief het bal geopend! Pa Numan glundert! een fidele baas! zou ’m best tot schoonpipa willen hebben.”
„U danst héél goed,” vond Peter.
Els, gevleid, keek naar hem op.
„Danst uw vriendin ook goed?”
„Bedoelt u Til?” vroeg Els, die een vaag voorgevoel had, dat hij die niet bedoelde.
„Til? neen, Bea heet ze, meen ik.”
„O, die? ja, die danst héél goed.”
„Dacht ik wel. Een echt type er voor. Ziet ze er altijd zo modest uit als vanavond?”
Els’ hele triomf zakte in de benen.
„Zo is ’t nou verdraaid altijd,” dacht ze nijdig. „Altijd gaat ’t om Bé! Dat jog heeft mij alleen gevraagd om me uit te horen over Bé. Hij kan opwaaien! Afschuwelijk blasé kereltje!”
„Is u altijd zo afwezig?” vroeg Peter een beetje kort, toen ie geen antwoord kreeg op z’n vraag.
En Els, het blonde hoofd met de weerbarstige lokken naar