63
hadden, kwam op de haar eigen nonchalante wijze naar binnen, begroette Toet’s ouders en Peter. Even bleven haar grote, donkere ogen rusten op het mooie, wat weke gelaat van Peter.
„Is dat nou het verwende jog,” dacht ze en ze ging naar Tom’s moeder en tante Lena, die ze beide kende.
„De dames Jet Molenaar en Els Bruins,” ging onverstoorbaar Tom voort.
„’t Zijn nichten,” lichtte hij toe. „Maak je compliment, nichten.”
„Dat is goed te zien,” vond meneer Numan, die schik had in de twee frisse, flinke meisjes.
„Els is een brutaal kuiken en Jet is een baas-speelster. Overigens beste kinderen.”
„Doe toch niet zo idioot,” pruttelde Els, die vond, dat die malle Tom haar entree de salon totaal bedierf.
„Tilly van Berkel!
A . . Van de grote bankiersfirma......
ArtlSten noem je meteen „Kerel, lieg niet zo infaam!”
bij hun naam. Je spreekt
ook niet van meneer Beethoven.”
„Net echt!” spotte Til en haar donkere ogen vonkten
van pret. „Mr. Bob van Eyck. Procuratiehouder van de
grote bankiersfirma ...”
„Kerel, lieg niet zo infaam!” en Bob gaf Tom een por in
z’n maag, zodat deze dubbel vouwde.