62
Ja, ’t was een beetje gek — dacht Tom — en zijn ogen bleven even vol trots rusten op zijn eigen moeder, die er in haar zwarte japon, zo smaakvol en gedistingeerd uitzag.
Mevrouw Mertens was lang en slank en had voor haar leeftijd een bizonder goed figuur. Het zilverwitte haar omgolfde het wat 'bleke gelaat dat was als een fijne camée.
„Beroerd,” dacht hij en zijn hart was vol medelijden voor Toet. „Nou is d’r hele avond weer naar de maan.”
„Bob z’n claxon!” riep Toet, toen door de stille straat het bekende auto-signaal weerklonk.
Van de straat schalden jonge opgewekte stemmen.
„Enig,” genoot Maatje. „Dat doet me weer denken aan al onze heerlijke avonden in Indië, ja, Peter?”
„Doe toch niet zo overhoop, Muschi!” beet Peter haar toe. „Wat heb jij?” verbaasde ze zich. „Jij ziet 'bleek! voel jij je niet lekker?”
Hij gaf haar geen antwoord, bebeet zenuwachtig z’n smalle lippen. Voor geen geld ter wereld had hij willen bekennen, dat hij zich onbehagelijk en nerveus voelde.
Hij, Peter, de meest gevierde en bekende flirt van de onderneming, voelde zich onzeker, nu het clubje jongelui zou komen, dat tot de vriendenkring van zijn zuster behoorde. Die zuster, waar hij vroeger met Maatje zo heerlijk over had kunnen spotten en waar hij nu met een zeker respect tegen op zag.
Uit de hall klonken uitroepen van verbazing en ze hoorden Toet roepen.
„Wat een verrassing! onze zeerot! het hele stel bij elkaar! Wist je dat hij komen zou, Bé?”
Het was een vrolijk door elkaar gepraat, tot ze allemaal één voor één hun entrée de salon maakten.
Tom, met het air van een volleerde huisknecht, annonceerde: „Mejonkvrouwe Beatrice van Heusden.”
En Bea, in een eenvoudig zijden jurkje, waarvan de mouwen heel wijd vallend over de pols, een bizonder cachet