57
gebracht en toen haar man in het verre land gestorven was, ze terug naar Holland kwam met het jonge kind, waren er momenten geweest waarop ze gedacht had het moeilijk leven niet aan te kunnen. Maar ze had de kracht gekregen het door te zetten. Door eigen werken had ze zich een positie verschaft en mocht die dan al niet zó zijn, dat ze geheel zonder zorgen kon zijn, haar zanglessen stelden haar toch in staat met Til op bescheiden, doch aangename wijze te leven.
Als het kind groot is...
Dit was het leit-motif geweest van al die jaren.
Wonderen had ze zich er van voorgesteld.
En toen Til groot was, bleek ze met dezelfde moeilijkheden te kampen te hebben als waarmee zijzelf haar jeugd doortobd had.
Twijfel, moedeloosheid, minderwaardigheidsgevoel.
En weer had de moeder in twijfel gestaan, niet wetend, of ze er goed aan zou doen, Til met de piano-studie te laten ophouden, of te eisen dat ze deze door zou zetten.
Tenslotte had het troepje jongelui, waarmee Til, vóór haar eind-examen, naar Tirol was geweest om te wintersporten, haar veel goed gedaan, en was bij de moeder het bittere gevoel op gekomen, dat niet zij, maar anderen haar kind hadden kunnen helpen.
„En zo zal het ook nu weer zijn,” dacht ze verdrietig. „Als ik wil, dat ze het les geven zal kunnen voortzetten, zal ik toe moeten geven om bij Jet en Bea te gaan inwonen. Misschien deed ik nog beter, om haar daar alleen te laten wonen. Ze zit dan niet zo altijd met haar moeder opgescheept. Maar ’t zal finantieel niet mogelijk zijn. En toch ..” Piekeren, rekenen, wikken en wegen.
„Als ik héél zuinig ben...”
Ze nam het kleine notitieboekje uit haar tas, waar ze al haar aantekeningen in maakte en begon te rekenen.
„’t Zou net kunnen!” de donkere ogen lichtten blij op.