47
één van ’t stel bij je komt, verschijnen ze allemaal.” „Bob is vroeg van kantoor,” verwonderde Bea zich. „Hij zal er toch niet genoeg van hebben?”
„Nu al? dat zou een schandaal zijn!” vond Els.
„Vier paar verwonderde meisjesogen keken Bob aan, toen hij naar binnen stapte.
„Zitten jullie hier allemachtig gezellig bij elkaar,” zei hij, zich neerlatend in een gemakkelijke stoel.
„Wat ben jij vroeg,” kraaide Els.
„M’n ontslag!”
„Neen!” klonk het vierstemmig.
Bob schaterde.
„Gelukkig niet! ik moest een boodschap doen voor m’n Chef, hier vlak bij en toen vond ik het niet meer dan billijk, mezelf op ’n kop thee bij Bea te tracteren. Heb je nog?” „Sloten!” stelde Bea hem gerust en ze schonk in.
„Bevalt ’t je op kantoor?” vroeg Til.
„Moet wel,” zuchtte Bob.
„Jongen, doe niet zo zielig!” vloog Els op. „Anderen snakken naar werk!”
„Fox!” plaagde Bob. „Direct nijdig! ik wil jou zien, als de zon zo lekkex op ’t water schijnt en ’t net weer is om er de hele dag met je boot op uit te gaan. Dan op een muf kantoor te moeten zitten en droog werk te doen! Zou je niet meevallen, baby! ik draag ’t met mannenmoed, dat zie je! maar lekker is ’t niet. Intussen, wat zeggen jullie van de strop van Jet? die is niet mis, hè?”
„Daar zitten we net over te hannessen. Toe, Bé, vertel eens. We hebben er Bob toch ook voor nodig.”
,.Els, zeur niet,” zei melig Bea. „Ik denk er niet aan, om dat hele verhaal wéér op te diepen.”
,Maak er een short story van,” ried Bob aan, terwijl hij vergenoegd in de koekjesschaal graaide.
„Laat Els dat dan maar doen,” zei Bea verveeld en ze pakte een tijdschrift op, waar ze zich in verdiepte.