42
misschien muziek in zit. Ik heb daarbij over jullie allemaal zo’n beetje gedisponeerd. Wie het nonsens vindt zegt het maar eerlijk. Kijk eens: ’t zal lukraak zijn of Jet gauw een baan vindt, daar zijn we ’t allemaal roerend over eens. Als ze lang moet wachten, loopt ze de kans d’r laatste dubbeltjes te moeten opeten, niet waar? Nou dacht ik, dat het misschien iets zou zijn, als ze op een aardige stand een huis huurde en pension ging houden.”
„Maar Bé!” verwonderde Toet zich. „Is dat nu iets voor Jet? wat weet die af van huishouden, van koken?”
„Wacht even!” viel Els heftig in. „Moest ze niet, toen d’r ouders nog leefden op een huishoudschool zijn geweest. Jet!, die is de handigheid in persoon. Ze kookt toch als ze van kantoor komt d’r eigen potje! en lekker, hoor! Maar vertel nu verder, Bé.”
„Nou, ik dacht zo, dat ik dan bij haar in zou trekken. Ik heb m’n eigen meubeltjes, dus dan heeft ze alvast twee kamers niet te meubileren.”
„Da’s een pracht-idee,” vond Toet, „en hoe dan verder?” „Nou komt ’t pas,” juichte Els. „Wacht maar!”
Een glimlach vloog over Bea’s fijn, donker profiel.
„Dat enthousiasme van Els,” dacht ze. „Bij die staat ’t al vast. Mislukking buitengesloten. Toch fijn.”
„Ik dacht zo,” ging ze verder. „Banen zijn op ’t ogenblik schaars. We moeten dus zelf de hand aan de ploeg slaan. We moeten iets voor haar oprichten ... een bureau ... een .., ja, hoe zal ik ’t zeggen, het is zo moeilijk het je duidelijk te maken... ze moeten voor alles en nog wat bij haar terecht kunnen, in hoofdzaak dames en kinderen.”
„Hè, je vertelt het lang niet zo overtuigend, zo duidelijk als straks toen je het met mij besprak,” verweet Els haar. Bea lachte.
„Dat komt, omdat jij het direct zo spontaan ontving. Dat gaf me de moed er mee op de proppen te komen.”
Bea gaf haar ingekronkelde houding prijs en liep heen en