40
„’n Mooi nummertje om iemand te beschermen!” plaagde Bea haar. „In no time zou ze verkikkerd zijn op je broer en een danspaar met hem vormen. Neen, daar kunnen we beter Jet voor spannen. Die heeft immers wonderen gedaan bij verwende Bobbie. Het jong is werkelijk heel geschikt tegenwoordig.”
„Da’s héél wat anders!” galmde Els. „Hij is gewoon stapel op Jet.”
„Welneen, ’t is een hechte vriendschap tussen die twee,” stelde Bea vast.
„Moet je net geloven! van zijn kant is ’t verkikkering, wat ik je brom!”
„Zeg, negerpop,” schudde Els haar vriendin Til door elkaar. „Wat zit jij weer onbehoorlijk te piekerhannessen! Nou is ze door haar eind-examen en nou ziet ze nog kans om te piekeren, ’t Is weer erg met je vandaag. En ze maakt allemaal vlechtjes van je tafelkleedje, Bé!”
„O, als die hier is geweest, dan kan ik aan ’t uitkammen slaan,” lachte Bea. „Soms zie ik ’t niet en dan vraagt de een of andere visite: „Hoort dat zo, al die vlechtjes aan dat kleedje?”
„Ik zal ze er allemaal weer netjes uithalen,” zei Til gedwee en haar tengere, bruine vingers beijverden zich de vlechtjes los te peuteren.
„Zeg, jullie hadden plannen,” herinnerde Toet hun. „Vertel eens?”
„Reuze plans, wat, Bé,” schaterde Els. „D’r zal wel geen klep van komen. Vertel jij, Bé!”
Bea pakte haar lange sigarettenpijp, die altijd zoek was en ook altijd weer terug kwam, stak er een sigaret in.
„Tja, ’t was naar aanleiding van Jet’s strop. We zaten zo te bedenken wat er voor haar gevonden kon worden. Stel dat ze, na eindeloos solliciteren wat krijgt, wat zal ’t dan nog zijn? misschien een baan van veertig gulden in de maand hoogstens. Daar kan ze niet mee uitkomen. Ze moet toch een