75
meer dan anders voor de herrie en de rest is für die Arme Kinder, nicht? Na, wie finden Sie, das ich den Kellner mach? Famos, was? Haben die Gnadige Frau thee bestellt?"
Of ze hun leven lang niets anders gedaan hadden, zoo handig manoeuvreerden Kurt en hij met de bladen vol consumptie.
De café-houder glunderde. Dat avondje zou hem geen windeieren leggen!
Maar toen, nadat de beide kunstenaars op het podium hadden plaats genomen, Egon Peltz z’n viool gestemd had, trad een diepe stilte in.
Daar ruischten de eerste tonen van Beethoven's viool-concert reeds door de zaal en hielden de twee kunstenaars het ademloos luisterend publiek als in een ban gevangen.
Wie zag er nog de witte truien, de blauwe broeken? Wie was er zich van bewust, dat hij zat in „het Groene Duin" met voor zich een consumptie?
En het waren niet alleen de kunstminnenden, zij, die gewend waren de concerten in de groote steden te bezoeken, die ontroerd waren over het geniale spel der beide kunstenaars. Achter het buffet pinkte de blozende kasteleinsvrouw een traan weg en haar man vergat te kijken of er wel genoeg gedronken werd.
Achter in de zaal, door niemand gezien, zat de troubadour, Kees Vernout, het gelaat in de handen, gebukt.
En weer, zooals toen hij Egon Peltz in Londen