49
matches, strand-feesten, kampeeren in de duinen; iederen dag stond er iets anders op het programma en iedere dag bracht nieuwe jool, nieuwe verrassingen.
Maar toen brak de dag aan, dat Chita niet aan het ontbijt verscheen met een nieuw plan, haar vriendenkring in verbazing bijeen zat op het hotelterras, en men zich afvroeg of Chita soms ongesteld kon zijn.
„We zijn als een schip zonder stuurman," zei Tom en hij mikte van het terras af steentjes naar Chita’s balconramen.
Waar Chita bleef, of ze soms ziek was?
Pim en Pol, die op het terras verschenen, werden geënterd.
„Weet ik ’t," zei Pim onverschillig. „Ze zal luibakken."
En Pol, schoon ze Chita in geen velden of wegen gezien had, zei met een stalen gezicht:
„0, die is vanmorgen om zes uur gaan wandelen."
„Zonder ons?”
Kreten van verontwaardiging over zooveel ontrouw gingen op.
„We blijven wachten tot ze terug komt."
Ze zaten in een wijden kring op het terras, probeerden de stemming er in te krijgen, wat niet gelukte.
Mevrouw Weldam, die Mouche ging luchten, kwam de hoteldeur uit.
„Mevrouw, vertelt U ons toch waar Chita zoo vroeg naar toe gewandeld is?" vroeg Tom.
Wending* 4