Wending

38

naar toe en haal een syphon met vijf glazen en twee fleschjes bier. Maar koud, hoor! en laten de jongens die buiten 't hek staan je maar helpen dragen. Toe, vlug!"

Het jog holde weg, maar practische Eef riep hem terug.

„Weet je nou wat je halen moet, Sympie?”

„Wel ja-e! twee flessies bier, enne.... vaif gloaze.”

„En dat andere dan wat meneer je vroeg?"

„Ik wist bot nie' wa' die vent zai!”

Ze proestten het allen uit. ,

„Dat dacht ik wel. Nou, neem dan ook een flesch spuitwater mee."

Sijmpie knikte begrijpend.

„Van da' prikkelwaoter in 'n pssscht-flesch.”

„Juist. Je hebt 't gesnopen. En nou vlug, hoor!”

Hij holde naar z’n kameraadjes, waar ie even mee smoesde en toen trok 't heele stel dorpwaarts.

„’n Leuk jog," vond Titia. „Dat stroo-blonde haar bij dat verbrande snuitje en de hel-blauwe oogen staat zoo grappig."

,,'t Is een kleinzoontje van de badvrouw," wist Eef te vertellen. „Eén van de vierendertig kleinkinderen!”

„Eef is op de hoogte van de familierelaties van de geheele bevolking,” spotte Chita.

„Nou, zeg, we komen hier al zes jaar,” verdedigde Eef zich.