13
een meer dan gewonen eetlust en den stillen wensch, dat Pa Weldam haar mee zou laten genieten van de meestal overvloedige lunch, die door de Weldam's als iets heel gewoons beschouwd werd, maar voor haar een festijn was, want Eef was dol op lekker eten. Bij haar thuis kwam degelijke kost op tafel, je kon eten naar hartelust, maar van die zalige liflafjes die een hoteltafel zoo aanlokkelijk maken, daar behoefde je bij moeder niet mee aan te komen.
Chita schrok wakker, wist één oogenblik niet waar ze zich bevond, herkende dan omgeving en gong-gelui.
Het lenige lichaam rekkend als een jonge panter, met genotvolle na-gaapjes, steunde ze:
„O, wat heeft dat korte slaapje me verkwikt. En Eef, dierbare dragonder, heb jij m'n heele zooitje opgeruimd? dat moet beloond worden! Vanmiddag fuif ik je op een ijsje. Je komt natuurlijk tennissen? Zeg, z ij n er heusch geen gezellige luiden in het hotel, of weet je er niets van?"
Terwijl Chita zich verfrischte en kleedde voor de lunch, vertelde Eef, dat de van Haren's, die ook in het hotel woonden, kennissen van haar vader, verteld hadden, dat er meest bejaarde gasten waren.
,,Wat een strop, zeg!" klaagde Chita. „Natuurlijk geen kip om mee te dansen. Wat moet dat worden! Die vader ook, met z'n badplaats-bevliegingen. En ging ie nou maar eens ergens anders heen! Zeg, weet je nog verleden jaar, toen je bij ons logeerde, wat was het dol, hè? Maar al die gezellige lui zijn ergens