Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Chris lag te hijgen onder het gewicht van die kluit jongens boven op hem en eindelijk gaf hij den ongelijken strijd op.

Juist wilde Karel hem het boek afpakken, toen Ambro met een vluggen sprong toeschoot en zich er meester van maakte.

„Ik ga ze veilen,” zei hij in een van die plotselinge opwellingen die ze altijd weer een nieuw pretje bezorgde.

„Wie heeft ’r spieje bij zich?”

„Zeg, jöh, keetig!” zei Puckie verheugd. „Ambro is Cocadorus!”

„Eerst spieje zien!” gilde Ambro.

De roovers keken bedenkelijk. ’t Was het einde van de week en dan was er meestal niet veel meer over van het toch al niet zoo ver-reikende weekgeld.

„Ik heb nog een dup,” juichte Paul, terwijl hij uitgelaten rond sprong.

„Wat een lefschopper!” riep Piet nijdig. „Daar kan ie warempel het heele boek wel voor koopen!” „Ben je van Lotje getikt!” zei Ambro diep-beleedigd. „Ja! ik zal ze daar voor zoon koopie laten! An me nooit niet!”

„Ik heb twee spie,” zei Chris.

„Ik vijf,” zei Puckie. „Maar ik mot nog twee spie apart houden voor een zijrups van me zus.” Karel Boekers keek bedrukt, keerde z’n zak om en om, maar vond niets anders dan een stukje gum, twee knoopen, drie spijkers, een catapult en een klein opschrijfboekje dat hij van z’n zus weggekaapt had.












91

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.