manier je compliment voor me komt maken.”
„Wat een flauwe kul,” fluistert Karel met een scheefgetrokken mond Ambro in.
Na deze proeve van wellevendheid komen de meisjes aan de beurt.
Ze zijn veel gemakkelijker te regeeren dan de jongens ... tenminste ... op de dansles.
Op één wenk van de juffrouw kwamen alle witte kappelletjes van de bank gevlogen.
„Groot ballet bij Carré,” spot Ambro.
De jongens moeten nu wachten tot de veel moeilijker dames-buiging is geleerd. En als dat af-geloopen is, is ook de eerste dansles voorbij.
„De volgende week verwacht ik jullie op hetzelfde uur, en ik hoop, dat de verschillende jongenheertjes zich dan wat fatsoenlijker zullen gedragen, de eerste indruk was verre van beschaafd. Jullie kunt gaan.”
„Berg en Dal” stappen te zamen naar de juffrouw en maken voorbeeldig de pas-geleerde buiging.
Yijf andere jongens doen het hen zeer onbeholpen na.
Ambro is al bij de deur, als hij door de juffrouw teruggeroepen wordt. Ze wijst hem erop, dat hij haar nog niet gegroet heeft.
Hij kijkt even om het hoekje van de deur en terwijl hij haar amicaal toewuift, roept hij: „Dag juffrouw, houdt u maar haaks.” En weg is de bengel.
Het schoenen-verwisselen geschiedt deze keer zonder hindernissen. Kareltje en de Yuurtoren
56