Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Ambro, ondeugend als hij steeds is, trekt ook vol gratie zn beide broekspijpen een eind omhoog.

Nijdig zegt de juffrouw: „Dat hoeft niet, mijnheertje Verbrugge, en u moet me nu niet meer lastig vallen, want ik wenseh u niet nogmaals te verbieden, u staat hier niet als clown.”

„Zij wel,” fluistert Ambro in Karel’s oor.

De heele rij jongens staat nu volmaakt naar den zin van juffrouw Hesterman.

„Heel goed is ’t zoo,” zegt ze voldaan. „Wanneer we nu het lichaam doorbuigen, blijven de armen ongedwongen omlaag hangen, zoo ook de handen. Kijk, flauw gebogen.”

Bij de heeren-buiging blijkt het corset van de juffrouw haar parten te spelen en ze blijft halverwege steken.

De heele rij buigt nu. Maar ’t lijkt meer op jongens die haasje-over gaan springen, uitgezonderd natuurlijk Berg en Dal, die voor buigen in de wieg zijn gelegd.

„Héél goed, jongenheertjes Otto en Eugène,” zegt ze waardeerend. „Jullie hebt me volmaakt begrepen.” „Ik krijg pijn in m’n rug,” zegt Ambro, die nog altijd gebukt staat.

Nu worden ze een voor een onder handen genomen en na korten tijd buigen ze allen als volleerde saletjonkers.

„Nu gaan de jongenheertjes weer zitten en komen een voor een ’n buiging voor mij maken. En ik zeg jullie eens en voor altijd, dat ’t mijn wensch is, dat jullie bij komen en gaan steeds op die












55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.