Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Juffrouw Hesterman, die dit boort, komt hard aangehold, in grooten angst voor haar mooien vloer.

Doch dan ziet ze dat de bengel dansschoenen aan heeft, en boos over z’n plagerij, dreigt ze hem met een spitsen vinger.

Aan den wand der zaal staan aan één kant lange banken met fluweelen zittingen, aan den anderen kant vele stoeltjes op een rij.

Op de banken zitten ongeveer veertien meisjes, ook van den leeftijd der jongens, in aardige, witte jurkjes gekleed, breede witte linten in het haar, kousen en schoentjes in dezelfde kleur.

„Net een rij opgeprikte kapellen,” smaalt Ambro.

De jongens moeten op de stoelen plaats nemen.

Eensklaps roept Karel hardop: „Kijk es, Ambro, de zittingen van die stoelen kan je omkeeren.”

Met draait hij de houten zitting om en komt een mooie, rood-satijnen zitting boven.

„Veel zachter,” zegt Karel en wil er op gaan zitten.

Maar de juffrouw, die het alweer zag, komt naar hem toe en zegt nijdig:

„Wil je dit wel eens laten! Die zittingen mogen jullie niet gebruiken, die worden alleen gebruikt als er feestjes zijn.

En nu wil ik verder geen last van jullie hebben, denk erom.”

Juist als de juffrouw de les wil beginnen, wordt er op de deur geklopt en op haar „binnen” betreden twee jongens de zaal.

Ze zijn van een heel ander slag dan de andere jongens en zullen zeker ’t hart van de juffrouw












52

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.