Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Een tweede meisje verschijnt en wijst hun de plaats waar hun schoenen bewaard moeten worden.

De jongens ontdoen zich van hun schoenen.

Dan komen vier nieuwe gezichten binnen, alle jongens van ongeveer denzelfden leeftijd als Ambro en Karel.

„Goeden avond, heeren,” zegt Ambro. „Moeten jullie ook springen leeren?”

De jongens, weinig toeschietelijk, brommen iets

terug, waarop Karel minachtend zegt:

„Kunnen jullie niet antwoorden? Wat een kevers.” Op hetzelfde oogenblik vliegt er een laars naar hem toe, die een groote moddervlek nalaat op de muurvlakte van z’n hoogen witten boord.

„Dè,t laat je je niet doen,” zegt Ambro woedend. „Geef pit, Boekie, knok ’m op z’n kanes 1”

Rang, patsl

Eenige welgeraakte meppen volgen en dan werpt Karel zich op den langen roodharigen slungel die z’n boord, z’n glorie zoo gemeen bedierf.












4    49

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.