Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



’t er op aankwam, nog liever naar school ging.

En zoo zien we dan op een konden winteravond, waarop de sneeuw ’n paar voet hoog ligt, Karel, met zijn dansschoenen in een wit-flanellen. zakje gepakt, onder den arm, zich door de donkere straten naar de dansles begeven.

Achter hem loopt een klein heertje, dat plotseling naast hem komt loopen en met een eenigs-zins vreemde stem vraagt of hij zich hier in de Tuinderstraat bevindt.

„Neen, Mijnheer,” zegt Karel, die ’t gezicht van ’t heertje in ’t donker niet goed kan onderscheiden.

„Dan moet U eerst rechtuit en dan bij den hoek rechts afslaan.”

„Dank u wel,” zegt het heertje op denzelfden krakenden toon en blijft naast hem voortloopen.

,/t Is koud vanavond,” zegt hij dan en al pratend loopen ze samen voort in de richting van de dansles.

Bij een lantaarn gekomen, kijkt Karel eens even naar het gezicht van zijn begeleider, geeft dan een schreeuw van verbazing en barst in een schaterlach    uit,    als hij in het    heertje Ambro

herkent.

„Wel verdraaid!” giert Karel,    „Ambro in    een

lange, met een kaasbol op z’n hersens!”

„Hoe is    ie?”    vraagt Ambro,    terwijl hij    zich

trotsch als    een    pauw opricht en zich van    alle

kanten door Karel laat bewonderen. Ambro ziet er potsierlijk uit en 7t is hem aan te zien, dat broek noch hoedje hem toebehooren.












4T

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.