Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Daar klinkt plotseling uit een boom dicht bij ze een onderdrukt gegichel.

’t Is Wim, die zich niet langer goed kon houden. „Nu is ’t raadsel opgelost,” roept de heer, die tot geluk van de jongens een goedmoedig mensch blijkt te zijn en zich bijtijds z’n eigen jongenstijd herinnert.

„Daar zit de geheimzinnige macht,” lacht hij. „Kom er eens uit bengel, of wil je liever wachten op een volgend slachtoffer?”

De dame, nog bleek van schrik, is ’t maar half eens met haar echtvriend en kan zich niet voorstellen dat hij het geval zoo van den komieken kant beschouwt.

„Zulke kwajongens,” zegt ze boos.

„Past u maar op, mijnheer,” roept Ambro overmoedig. „Tusschen alle boomen in den laan hangt zoon draadje.”

En de heer en dame gaan voor alle zekerheid naar de overzijde van de straat, waar ze in de duisternis vreemde geluiden uit de portieken der huizen hooren opklinken.

„Als je een beetje bang van aard bent, zou je gauw aan spoken gaan gelooven en de kluts kwijt raken,” zei de heer lachend.

Dan vervolgt het tweetal zijn weg.

„Ik ga d’r uit,” roept Ambro. „Die man nam ’t zoo koeltjes op, de aardigheid is er nu vanaf. Ze moeten razen en tieren, dan is ’t echt.”

En rrrtts! daar staat hij weer op den beganen grond.












45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.