Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Tegelijkertijd haalde hij een klosje zwart garen uit z’n welgevulde broekzak, rolde er een eind af en gaf dit Wim in de hand.

„Nou zal ik jullie verder vertellen, hoe ’t tnoet.

Komt er nou een mijnheer met een dop op voorbij, dan laten we het draadje zoover zakken, dat zijn doppie er tegen aanstoot en afrolt. Als je dan vlug de draad ophaalt, zal je ’m in de lucht zien grissen om te kijken wie hem dat lapte.

Nou ga ik in den boom aan den overkant van de laan en neem voorzichtig het klosje met me mee.

Ze kunnen ons natuurlijk niet zien, want we zitten fijn tusschen de bladeren verscholen.”

De jongens vonden het plan geweldig.

In minder dan geen tijd zit het tweetal in de tegenover elkaar staande platanen.

Niemand heeft ze er in zien klimmen.

De anderen verstoppen zich in de portieken der huizen, gluren voorzichtig om ’t hoekje, teneinde niets van ’t spektakel te missen.

Daar komt een klein, dik heertje aangewandeld. De twee jongens in den boom zijn op hun hoede.

De draad begint langzaam te zakken. Maar ’t heertje kuiert kalm en zijn hoedje blijft even kalm op z’n bol staan.

Uit de portieken klinkt hoongelach.

„Toch niet opgeven,” roept Ambro. „Die vent was veel te klein.”

Nu nadert een heer met een dame aan den arm. Hij is een behoorlijk stuk grooter dan zijn












43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.