Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Nu ging het heel voorzichtig naar boven.

„Pas op, dat je hem niet aanraakt,” waarschuwde Ambro, want Alebes zat op de tweede trede van de trap en nam deze bijna geheel in beslag.

Eindelijk was de laatste man veilig voorbij hem gegaan.

En nu ging het in groote haast naar boven.

Toen ze eenmaal het platform op den toren bereikt hadden werd een luid hoeratje aangeheven. Zóó luid, dat niettegenstaande den „emmer drank”, Alebes er van wakker schrok, zich de oogen uitwreef en het onraad boven op den toren bespeurde.

„BI... sche apen,” was het eerste wat hij zei, en ik zal jullie de verdere liefelijke benamingen maar besparen die Alebes ten beste gaf: en ’t waren er heel wat, want Alebes was, zooals ik reeds zeide, oud-gediende bij het O.-I. Leger en de reeks vloeken die hij in minder dan geen tijd kon uitstooten was schier eindeloos. —

Het eerste wat hij hierna deed was... grijpen naar zijn stok ... mis!

Weer volgde een reeks vloeken.

Hij stond op, waggelde onvast op z’n dronken onderdanen heen en weer, en besloot eveneens den toren te bestijgen. Het grootste deel van zijn zelfvertrouwen was weliswaar verdwenen met z’n doornstok, maar hij vertrouwde nog genoeg op de kracht van zijn handen om den strijd tegen dat kleine gespuis aan te durven.

Plotseling hoorden de jongens den langzamen sloffenden tred van „het monster”.












36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.