Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Die rots bezat vele aantrekkelijkheden. Daar hadt je een grot waarin goudvissehen-kommen uitgehouwen waren.

0, het prachtige goudgeflonker van die diertjes in die donkere grot.

En dan waren er roode glaasjes in den rotswand, waarin je, als je er doorkeek, de tuin in een tooverachtig rooden schijn zag, terwijl ze door de grot een geheimzinnig rood licht wierpen.

Dit alles had voor de meeste kinderen een groote bekoring; ze voelden zich als in een toover-wereld.

De roovers stonden voor de steenen trap, die toegang gaf tot de rots.

Ze klommen die op, maar alvorens bij de tweede trap te komen, die naar den toren voerde, moesten ze voorbij „het monster”.

„Het monster” was de tweede bijnaam van Alebes. En het hing voornamelijk af van de hoeveelheid drank die dit monster verzwolgen hadr of er kans was ongestraft voorbij te gaan om daarna den toren te kunnen beklimmen.

Alebes was steeds gewapend met een stevigen doornstok en menige jongensrug kon getuigen van de hardheid en degelijkheid van het hout.

Was Alebes nuchter, dan hanteerde hij met veel vaardigheid zijn wapen en stond met ware doodsverachting lijf en rots te verdedigen.

„Alebes slaapt,” fluisterde Ambro. „Als we nu zachtjes doen, dan kunnen we ’t best wagen. Ik zal wel voor gaan en probeeren hem stilletjes den












34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.