ondervroeg en die strenge oogen keken door alles heen.
Tsjonge, ’t was geen appelepap, vonden de jongens. Hij besloot zijn rede door ze te vertellen, dat
ze voor dezen keer nog niet gestraft werden, doch zoodra hem weer ’t minste vergrijp tegen de reglementen van den Dierentuin ter oore kwam, zou hen minstens voor den tijd van een maand het verblijf in den tuin ontzegd worden.
Toen konden ze gaan!
22