Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



ze en had Karel Boekers al in de kraag van z’n blouse te pakken.

De anderen wilden eerst het hazenpad kiezen, maar ze bedachten gelukkig bijtijds, dat het gemeen zou zijn Karel nu aan zijn lot over te laten. Dus bleven ze waar zij waren en wachtten gelaten af, hoe er over hun lot beschikt zou worden.

„Jullie schavuiten,” barstte de man in hevige verontwaardiging los. „Dat benne nou jongens van nette ouwers! Schame moste jullie je!”

Na deze booze woorden haalde de man een boekje en potlood uit zijn zak, zette eerst een groote lorgnet op het topje van z’n 'neus, keek er boos over heen en vroeg dan op het rijtje af hun namen.

„En nu geen konkelefoesie’s,” waarschuwde hij nog eerst. „Maar je echte, ware naam, hoor!”

Ze gaven allen hun namen op, die door den man in langzaam, zeker schrift genoteerd werden.

„En nou allemaal marsch den tuin uit,” commandeerde hij barsch. „Enne... jullie zalle d’r wel meer van hooren.”

Die laatste bedreiging liet niet na grooten indruk op de jongens te maken.

Alsof de man ze op de hielen zat, holden ze dan allen in gestrekten draf den tuin uit.

Den volgenden morgen aan het ontbijt werden de respectievelijke Pa’s verrast met een grooten brief van den directeur van den dierentuin, waarin hij de wandaden van hun spruiten vermeldde en verzocht hun jongen bij hem op ’t bureau te sturen.












20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.