Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



„Laten we vandaag wormen gaan zoeken en morgenochtend met z’n allen om vijf uur op stap gaan, dan kunnen we tot half negen blijven vis-schen, net fijn,” zei Wim.

„Ja, ja,” riepen de jongens vol vuur. „Laten we ’t doen.” Ze hadden bijna allemaal een hengel en die er geen had, zou er een te leen krijgen van een broer van Wim.

„Die had al z’n bullen toch zoo echt in orde,” beweerde Wim trotsch.

„Waar zullen we de wormen gaan zoeken?” vroeg Bob van Best.

„Onder de graszoden langs de paadjes, daar vind je ze bij hoopen,” zei Wim.

De roovers verlieten hun hol en zochten een lang paadje op. Een voor een wipten ze de graszoden op, smeten die tamelijk onverschillig midden over het paadje en begonnen ijverig te zoeken.

Wim wist het maar best, je vond er een massa wormen. De zakdoeken werden te voorschijn gehaald en daarin werden de wormen opgeborgen.

Yies uitgevallen waren ze niet, je hoeft een zakdoek toch niet uitsluitend voor je neus te gebruiken, vonden de jongens.

Terwijl ze daar zoo ijverig aan het zoeken waren, kwam eensklaps een tuinman aangewandeld. Met vertoornde blikken keek de gevreesde man naar de mooie graszoden, die wanordelijk in het midden van het wandelpad lagen.

Yoor ze wisten wat er gebeurde stond hij achter












19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.