Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



Hij klimt weer van de bank en constateert met genoegen, dat de poffertjes inmiddels gekomen zijn.

Ofschoon ze erg heet zijn, vallen de jongens er direct op aan en smullen naar hartelust.

Ambro, die eerst stevig doorgegeten heeft, houdt nu met eten op en laat een stuk of vier poffertjes op zijn bord liggen.

„Lust je niet meer?” vraagt Chris verwonderd.

„Zal je gewaar worden, man! Nog wel vijf dozijn. Maar die blijven bewaard voor m’n vrind hiernaast.”

„Je vrind ?” en Chris stapt ook op de bank en kijkt over het schut.

„Hij heeft ;m om,” lacht hij tegen ?t gezelschap, wijzend naar het hoekje waar de man nog steeds zit te dommelen.

„Toe, ga nou gauw deur, aap!” zegt verontwaardigt de juffrouw, die de partij opneemt van haar echtgenoot.

De andere jongens zijn nu ook komen kijken en vier ondeugende gezichten loeren over het schut naar het gezelschap naast ze.

„Toe, gane jullie sitte! D’r is hier niks besonders te sien, hoor!” wordt hun toegeroepen.

„Vooruit, jongens, we gaan weg,” zei Ambro, zóó hard, dat de buren het goed konden verstaan.

„Ja, gane jullie maar, leelijke deugnieten,” riep de beleedigde juffrouw.

De jongens doken naar omlaag.

„Maar we gaan niet heusch,” fluisterde Ambro. „Eerst nog een bak met den dronken oome hebben. Nou net doen of we weggaan, knullen.”



238

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.