Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



„Zou jij d’r op durven?” vraagt Piet.

„Durven wel,” zegt Ambro. „Maar hoe moet ik er op komen, ik kan toch niet langs z’n pooten omhoog klimmen.”

„Vraag es aan dien vent, die daar met het opzetten van de tent bezig is, of je er even op mag,” raakt Puckie aan.

„Zeg baas,” roept Ambro. „Mag ik even op den kameel.”

De man hoort hem niet, hij heeft het veel te druk.

Ambro geeft echter geen kamp.

„Toe, baas, laat me d’r nou efiöe’s op, ik kom vóór donker thuis met ’m.”

De man lacht eens even, maar gaat door met z’n werk.

„Valt je niet mee,” plaagt Chris.

„Hij zag zichzelf al zitten tusschen die twee bulten.”

Ambro gaat niet in op de plagerij, hij is stil, wat bij hem meestal wijst op het uitdenken van een nieuwen schelmenstreek.

„Ga je mee verderop ?” vraagt Puckie, die genoeg heeft van ’t bewonderen en streelen der beesten.

„Neen,” zegt Ambro. „Ik moet eerst een rijtoertje maken, gaat ’t niet op den kameel, dan op den ezel.”

„Durf je?” vraagt Piet. „Ze hebben je zoo in de gaten.”

„Och klets, ze zijn druk bezig.”

Terwijl de anderen kijken of de mannen niets opletten, maakt Ambro behendig den ezel los en trekt hem een eind mee voort.



228

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.