Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



„Moet het blik niet eerst schoon gemaakt?” vraagt Paul bezorgd.

„Hoor zoo’n viesneus! Wie d’r vies is krijgt niks!” Piet merkt heel gewichtig op, dat alle schadelijke bestanddeelen door het vuur vernietigd worden. „Prefester Piet zal ’t weten,” dolt Ambro.

„Die eene leeft nog,” zegt Puckie terwijl hij de krant opendoet waarin de visschen opgeborgen zijn.

„Dat zal niet lang meer duren,” merkt Chris op. „Z’n laatste uur heeft geslagen.”

„We zullen ’m Jeanne d’Are noemen, die werd immers ook gebakken boven een houtvuurtje.” Intusschen laaien de vlammen onder het vuil-nisblik hoog op en Ambro heeft al aan zijn hand ondervonden, dat hij het blik niet ongestraft beet kan pakken.

„Vertroost me, wat is dat heet!” zegt hij, terwijl hij twee vingers in zn mond steekt. „Vooruit, Puckie, geef op ’n visch, we zullen met één beginnen, dan zien we wat er van komt.”

Een der slachtoffers wordt netjes op het blik gelegd en begint hevig te sissen.

„Gelukkig maar, dat ie er niks van weet,” zegt Paul.

„De vissche hebbe geen wetenskap, jongeheer,” zegt Chris.

„Dat zei onze vischboer laatst.”

„Ik geloof, dat er niks van overblijft,” zegt Ambro, die met een bezorgd gezicht de visch steeds kleiner ziet worden.

,,’t Is net een sigaar,” zegt Chris.



210

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.