Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



onder de Brug voortzet en vinden Ambro en Wim in hun nieuwe vergaderplaats.

Ambro, die statig wilde opstaan, maar bijtijds bedacht, dat hij bij die beweging hevig z’n bol zou stooten, begroette ze met een plechtig hand-gewuif en sprak op verheven toon:

„Hoofden van Lebak, ik groet u allen zeer en ik zeg u, dat er vreugde in mijn hart is, u allen hier bijeen te zien, luisterende naar de woorden van mijn mond.”

„Val in drieën op den grond,” dolt Chris. „Laat me uitspreken,” zegt Ambro verontwaardigd. ,,Hebben we hier een fijn plekkie, of niet? En kijk hier es, overal struiken, die heb ik vanmorgen hier neergezet, ze kunnen ons nooit ontdekken, maar jullie moeten nou es probeeren je muil te houden.”

„Wat kan Ambro z’n woorden toch mooi kiezen,” merkt Paul op, die nog onder den indruk is van de plechtige begroeting.

„Och, joh! dat heeft ie uit ons taalboekie, al die flauwe kul kent hij uit z’n kanes,” zegt Chris, daarmee Ambro allen roem ontnemend.

„Laten we hun nou vertellen van vanmorgen,” zegt Puckie, die brandt van verlangen om het verhaal op te disschen.

Ze laten hem dan ook dat genoegen en Wim en Ambro krijgen in kleuren en geuren het drama van dien morgen te hooren,

„Vertroost-me, wat ’n jammer, dat ik er niet bij was,” zegt Ambro. „Alle ochtenden zijn even



203

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.