Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



blijft ook hij niet langer talmen en begint zich weer het bosehje uit te werken.

Na verloop van eenigen tijd hooren de jongens niets meer en ze achten nu het oogenblik gekomen om ook hun biezen te pakken.

Piet is de eerste die beweegt, hij schudt de bladeren van zich af en roept zacht: „Jongens, de baan is vrij! Kom mee, we smeren ’m! Gauw wat!”

De heele troep komt nu van onder het bladerendek te voorschijn en Karel kan niet nalaten den jongens van zijn heldendaad te vertellen.

„Je lijkt wel die soldaat uit ’t turfschip van Breda,” lachte Piet.

„Nou, kijk me poot es,” zegt Karel. „De striemen staan er op!”

„We zullen ’t in de Geschiedenisboeken vermelden,” zegt Wim Bolk. „Zelfverloochening van Karel Boekers, bij de belegering van ’t Hol van Kaan op den 17den April van het jaar 1904.” De jongens zijn nu veilig buiten het Hol gekomen en kijken behoedzaam rond of er geen onraad meer in de buurt is. Piet constateert, dat de baan vrij is.

„Vooruit,” zegt Wim. „Den tuin uit en naar den telefoonpaal.”

Daar komt het viertal hijgend aan en wordt er juichend begroet door de rest van de bende.

„Nou, dat is goed afgeloopen,” zegt Wim opgelucht. „Ik heb 'm geknepen, hoor! Ik dacht, dat we er bij zouden zijn.”



13    193

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.