Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



„Goeie reis verders, jongeheere.”

„Dag juffrouw,” zeggen de jongens beleefd.

Het bootje zet zijn reis voort.

Onderweg moeten zij onder twee bruggen doorvaren. De pijp wordt omlaag gehaald en ook de ijzeren hekken van het bovendek moeten plat liggen opdat de boot zonder stooten onder de brug door kan.

De schipper, die rustig zijn pijpje zat te roo-ken, verlaat nu ook het dek, want de brug is in aantocht

Maar Ambro heeft schik in het geval en stelt Paul voor boven op het dek te klimmen.

„Je zal heusch je kop niet stooten! kom Paul, we gaan plat op onzen buik liggen, net als de stoompijp.”

Meteen is Ambro al naar boven en Paul, hoewel een beetje angstig voor zijn hoofd, volgt hem.

„Wat een rare knullen,” zegt de schipper lachend. „Als een verstandig mensch voor zijn gemak naar beneje gaat, motte hullie juist naar bove.”

,,’t Kan immers geen kwaad?” informeert Paul.

„Nee hoor,” stelt de schipper hem gerust. „Als je maar plat blijft liggen en niet je neus in den wind steekt.”

Intusschen is de boot bij de brug gekomen en glijdt op eigen vaart er onder door.

„Hè fijn,” juicht Ambro. „Hij schuift net langs mijn pet.”

„Tóch gevaarlijk,” zegt Paul. „Hij moet maar eens ’n beetje hooger liggen, de brug zal heusch



169

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.