Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



„En je kaartje dan,” zegt Dina ongeloovig. „Wat is dat allemaal,” zegt mijnheer.

Nu mengt mevrouw zich in het gesprek.

„O, dacht je dat de bloemen van Karel waren? heusch niet, hoor Dien.”

„Och mevrouw, en zijn kaartje hangt er aan!” Dan gaat Karel plotseling een licht op en als hij naar boven kijkt, pal in de glundere tronie’s van de bende — weet hij genoeg.

„Nu begrijp ik ’t,” zegt hij lachend. „Dat hebben de jongens me geleverd.”

En als mijnheer en mevrouw Boekers met Dina eveneens naar boven kijken, is er geen roover meer te zien.

„Da’s kras,” giert Karel. „Net zitten ze er alle vijf en nu zit er geen een!”

„Of hun geweten ook kriebelt,” lacht mijnheer. „Wat een deugnieten,” zegt mevrouw. „Dat heeft bepaald Ambro weer op touw gezet.”

Met een blik op het half verlegen gelaat van zijn zoontje, zegt mijnheer: „Nou, van die grap heb jij geen nadeel en Dien alleen maar voordeel gehad.”

„Ik moet ze toch even zien te vinden,” zegt Karel. „Mag ik bij ze boven zitten?”

En als zijn vader hierin toestemt, gaat hij vlug op zoek naar zijn kornuiten, blij, eindelijk verlost te zijn uit zijn benarde positie.












140

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.