Het hol van Kaan

Titel
Het hol van Kaan

Jaar
1919

Pagina's
253



dit gebaar zeer goed zag, deed, alsof hij hem niet begreep en ging voort met zijn Bnffalo Bill te verslinden.

„Waar zijn jullie al dien tijd geweest?” waagde Ambro het eindelijk te vragen.

„Nou is t’ie goed! — Hij zeit wat! — Mot je nog boontjes, of lust je niet meer!” riepen verschillende stemmen.

„Wij ? ?... Jij!!!... Dè,t mogen we jou wel vragen.” „Ik... ikke... ik heb gevliegerd.”

„In je eentje?” vroeg Puckie met een doodonschuldig gezicht.

„Chris, jij hebt me verraje! En de beloofde opstopper zal je niet omgaan, man!”

„Dat lieg je! Jongens, heb ik ’m verraje? Puckie wou naar je huis gaan om te vragen waar je bleef en toen heb ik ’m bij z’n poot gepakt.”

En Chris vertelde de heele toedracht der zaak. Onmiddellijk was Ambro ’t er mee eens.

„Nou, ik ben blij, dat ik er af ben!” zei Ambro met een zucht van verlichting, ,,’t Is niks gedaan, ’t kost je al je weekgeld en je verveelt je.”

„En je schoot er bijna nog je mooien knikker bij in,” barst Puckie in een schaterlach uit. „Verroest! hoe weet jij dat!” valt Ambro uit. „De berreme hebbe oore, jongeheer!” zegt Piet hoogst theatraal.

„Wat ’n vuile streek! Jullie hebben geluisterd,” en een blos van schaamte kleurt Ambro’s dikke wangen.

„Ja, jöh, nou zit je d’r in,” plaagt Karel.












126

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.