Mieke van 'De Klaproos'

Titel
Mieke van 'De Klaproos'

Jaar
1933

Pagina's
194



98

ons eigen welvarende landje, waar nu wel minder is dan vroeger, maar waar ’t toch een rijkdom is, vergeleken bij andere landen. En toch zijn de menschen hier zoo gedrukt, zoo zwaarl ’t Lijkt of ze niet meer kunnen lachen.

Neen, dan wij hè Klaproos? w ij aanbidden de vreugde!”

En voor iemand er op bedacht was, prijkte er een petit-four, een met veel slagroom, op Mieke’s neus.

Cornelia keek misprijzend en Alfred wilde Hans juist een standje geven, toen getrommel op de ruiten hen allen deed opschrikken.

Vóór het raam stond Jenny.

„Is er nog thee-ee?” riep ze naar binnen.

Nini knikte toestemmend, schoon de schrik haar om ’t hart sloeg.

„Dat ontbreekt er nog maar aan,” fluisterde ze Mieke toe.

Hans was naar de deur gesneld, monsterde goedkeurend de sportieve en toch elegante verschijning.

„Dag, dag, dag!” wuifde Jenny in ’t algemeen. „Smoor-dorst! heb gegolfd.”

Ze zeeg neer in een crapaud, sloeg de beenen over elkaar, vroeg om een sigaret.

Nini stelde voor. Cornelia knikte koeltjes, Hans boog sta-tiglijk, Jenny, die even opgestaan was, zeeg weer neer.

„Waar zit jij?” dit tegen Nini.

„Leef je nog?”

Nini, met een wuif naar Hans:

„Heb een logé.”

„Had ’m meegebracht.”

„Niet aan gedacht.”

„Spreken jullie altijd in telegram-stijl?” informeerde Hans.

„Staat sportiever,” spotte Mieke.

„Thee!” galmde Jenny.












Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.