93
Nini mag haar dolgraag en ze houdt er zooveel als ze kan rekening mee. Doe nu om haar te pleizieren een beetje minder dol.”
„’t Zou anders een beste leerschool voor Vrouwe van Manen zijn,” vond Hans.
„Me keuke stond blauw!” jammerde Maar’ toen ze binnen kwamen.
„En net had ik ’m van de week ’n goeie beurt gegeve. Als de freule aans binne kom’ schaam ik me eige dood. Jij ook mê-je malle grappe!”
„Maar’, denk aan de afstraffing van daar straks,” dreigde Hans.
„Och, vlieg op!” zei Maar’ nijdig, want de komst van de freule had haar opeens de verantwoordelijkheid doen voelen van haar taak in den huize Rety.
„A’k ’t vooruit gewete had, dan zou ’k waarachies ’t huis van bove naar beneje schoon gemaakt hebbe.”
„Nou, Maar’,” kalmeerde Mieke. „Je huis mag gezien worden. En met de keuken help ik je wel even. Vader en Moeder zijn uit en ik heb den tijd aan mij. Kunnen we achter de schermen het diner keurig in orde maken.”
„Wat scherreme,” bromde Maar’, wier hoofd gewoon omliep. „Hê jij scherreme, heb ik scherreme! Motte we ’t maar zonder doen.”
Het begon eindelijk tot Hans door te dringen, dat hij den boel danig in de war had geschopt en berouwvol zei hij:
„Ik zal jullie met alles helpen.”
„Ja, dat kenne me,” snib’de Maar’.
„Niet zoo kattig, Maretak! Je zult eens zien wat ik aanricht. Heb je een groote tasch? Ga ik eerst alles voor de thee inslaan. Laat Hans maar schuiven, die weet zich te redden.”
Toen ging hij op stap en de beide meisjes gierden toen