86
en Hans rende de trappen af, stoof de huiskamer binnen.
„Hij heeft me los gelaten, de despoot! Mieke, lief je me al een beetje?” hij zette zich neer op den grond, bij den divan waar Mieke op zat.
,,’n Beetje? ik ben gewoon weg van je!” lachte Mieke. „You can make my life a bed of roses!” zong hij smachtend.
Bon
’n Beetje? Ik ben gewoon, weg van je.
„Ben je gewend in liederen te spreken? dan wil ik de conversatie wel
op dezelfde manier voortzetten.”
En Mieke zong:
„Somebody loves you.”
Plotseling was Hans’ vroolijk gezicht ernstig. „Allemachtig, wat een stem! toe, zing nog even door. Wat een timbre! hoe oud ben je, Mieke?”