73
ze later haar kindje zou opvoeden naar het systeem van mevrouw Klarenbeek.
Als het een meisje zou zijn en ze had ergens talent voor, dan zou ze haar niet eerst tot een voorbeeldige huisvrouw opfokken. Ze kon wel eens ongetrouwd blijven, en hoeveel tijd was er dan niet verloren gegaan met al dat huishoudelijk gezeur. En als huwelijken alleen goed bleven gaan, omdat de vrouw zich nauwkeurig van haar huishoudelijke plichten kweet, dan was het toch heusch geen ideaal huwelijk. Zij, Nini, wist immers niets van al het pietepeuterig gedoe en hoe gelukkig waren Fred en zij niet. Nu Fred weer werken kon en zijn zenuwgestel weer geheel normaal, nu beleefden ze gouden dagen en Fred nam het heelemaal zoo hoog niet, dat de boel soms wat scheef ging.
Maar Nini vergat, dat Fred wel degelijk af en toe aanmerkingen maakte en ze wist niet, dat, wanneer hij zweeg als iets hem hinderde, dit alleen was omdat hij nu, waar Nini het kindje verwachtte, toegeef’lijker was dan anders en hij haar niet wilde ontstemmen.
Zoo vaak maakte hij haar attent op kleine dingen, de handdoeken die niet op tijd verwisseld werden, het ontbreken van een stuk zeep, de broodtrommel waar een homp beschimmeld brood in lag.
Dan werd Nini even gestoord in haar evenwichtigheid en zei ze wat kregel:
„Maar’ kan toch niet aan alles denken, ze heeft heusch genoeg te doen.”
Hij wist het en het zou ook niet in hem opkomen er het jonge ding van te beschuldigen, maar het hinderde hem, dat Nini rustig al het werk op Maar’s schouders schoof en er geen seconde aan dacht haar met een en ander te helpen.
Nini verslond de boeken die ze zich uit stad liet sturen, of tuurde droomverloren naar buiten, maar haar handen bleven werkeloos. Er was in de laatste maanden een zucht