59
En het voedsel, het gezonde, krachtige voedsel, dat zou immers komen van haarzelf.
„O, ik kan den tijd haast niet afwachten!” droomde ze hardop.
„Zou je niet eens naar binnen gaan, droomster?”
Ze stonden voor hun huisje. De maan bescheen het en Nini dacht, dat het daar zoo lief en vertrouwd stond, hun nederig kluisje, waar de baby geboren zou worden, de baby, die al haar zorgen en aandacht zou vragen en zou maken, dat ze al, wat haar soms hinderde, lichter zou dragen.