23
„Zijn jullie nu nog niet klaar met die kamer?” Het bleeke, nerveus vertrokken gelaat van haar man keek naar binnen.
Maar’, het stofdoekenmandje opnemend, haastte zich naar buiten en Nini, nog in opstand over haar onderbroken zang-studie had een bits antwoord op de lippen, doch toen ze het bleeke gelaat zag, de pijnlijke trek om den mond, zakte haar toorn.
En ze hep een gat boven d’r koushiel en de zoom van der jurk hang’los.
„Heb je weer hoofdpijn?” zacht vroeg ze het en haar koude hand streek verkoelend over zijn voorhoofd.